yellow-beelddenken

Beelddenken, wat is dat?

Tot het vierde levensjaar denken alle kinderen in beelden. Vanaf ca. 5 jaar maken de meeste kinderen een omslag van beelddenken naar taaldenken. Een aantal kinderen, ca. 5%, blijft in beelden denken. De methoden op school zijn gericht op taaldenkers. De lesstof wordt aangeboden in kleine stukjes met de nadruk op verschillen. Terwijl beelddenkers graag denken vanuit een totaalbeeld met de nadruk op overeenkomsten. Dit kan ertoe leiden dat beelddenkende kinderen al in een vroeg stadium leerproblemen ondervinden, met name op het gebied van taal; het zogenaamde hakken en plakken (k-a-m = kam) is voor deze kinderen geen vanzelfsprekendheid.
In latere jaren hebben deze kinderen vaak moeite met het automatiseren van tafels. Lezen gaat moeizaam; ze raden vaak wat ze lezen en slaan worden als ‘de’, ‘het’ en ‘een’ vaak over Ook vinden zij het nog niet zo makkelijk zich te concentreren.

De gave van beelddenkers is dat zij zaken driedimensionaal kunnen bekijken (p=q=b=d) en dat zij daardoor vaak met de creatiefste oplossingen komen. Door de leermethode aan te passen kunnen beelddenkers ten volle gebruik maken van deze gave.